Filosoof Herman De Dijn beschrijft in zijn boek ‘Rituelen. Waarom we niet zonder kunnen’ de vele obstakels, weerstanden, hindernissen die mensen, en de samenleving in haar geheel, vandaag ervaren om ‘verwonderd’ te zijn en om te dansen rond al de betekenissen in het leven. Net zoals bij de verwondering zelf kan ik je hier maar enkel laten proeven van de grote rijkdom uit zijn boek.

Waarom we vandaag zo moeilijk kunnen dansen?
de (natuur)wetenschappelijke blik

Heel eenvoudig gesteld, noemt men de (natuur)wetenschappelijke kijk op de werkelijkheid een ‘zien’ en het verwonderd kijken naar betekenissen een ‘zien als’. Dit maakt al onmiddellijk duidelijk dat het om twee verschillende manier van kijken gaat. Maar de verhouding tussen de twee is zoveel keer meer complex.


In een notendop: hoewel men eerst dacht – door het grote succes ervan - dat de wetenschap en de techniek dé oplossing was voor alle menselijke problemen, beseft men nu dat de wetenschappelijke kijk eigenlijk geen antwoorden kan geven op de essentiële vragen in het leven. De wetenschap gebeurt immers door objectieve, door de ratio gestuurde waarneming en meting. Hoe totaal verschillend is dit van de blik van de verwondering? 


We leven niet in een wereld van objectief vaststelbare deeltjes en krachten, waarin alles een of andere wetmatig geordende combinatie is van materiële elementen. We leven wel in een wereld waarin de dingen betekenis, relevantie en waarde hebben. Ze zijn fascinerend of angstwekkend, wonderlijk of banaal, interessant of oninteressant, aantrekkelijk of onaantrekkelijk, eerbiedwaardig of afstotelijk. Het draait in het leven van een mens niet om rationaliteit of irrationaliteit maar om zin en waarden. 


Filosoof De Dijn gebruikt graag het beeld van de dansende mens, dansend rond al de betekenissen in het leven. Jozef Ratzinger, paus Benedictus XVI, die als Duitser de verschrikking van de Tweede wereldoorlog heeft meegemaakt, gebruikt als beeld voor de positivistische rede het zitten in een betonnen bunker, zonder vensters, waar men zelf zorgt voor het licht en de atmosferische condities. Sterke, veelzeggende beelden.


De juiste plaats, de juiste waarde van de (natuur)wetenschappelijk kijk op de wereld beseffen is waarschijnlijk de grootste uitdaging voor de mens van vandaag, want de (natuur)wetenschap is geweldig, op zo vele vlakken.

het individualisme

Een tweede weerstand is het huidige “expressieve individualisme.” Sinds de jaren zestig van vorige eeuw maakt onze maatschappij een ware culturele revolutie mee. En de invulling van het begrip vrijheid staat hier centraal.


Vrijheid wordt vandaag heel speciaal ingevuld: de vrijheid wordt nu de vrijheid van een ik dat zichzelf en het eigen leven vanuit zijn diepste emotionele kern creatief vorm en gestalte geeft. Elk individu is nu geroepen het eigen bestaan en de eigen identiteit volkomen autonoom zelf creatief vorm te geven. Denken we maar aan het belang van lifestyle, kleding, tattoos, gebruik van sociale media, …


We leven in het tijdperk van ‘het expressieve individualisme’; een ik-gerichtheid waar we continu voor moeten vechten, dat we continu moeten tonen.


Een dergelijk gewicht leggen bij de autonomie van de mens, bij de (verplichte) creativiteit van de mens maakt het die mens niet gemakkelijk meer om zaken aan te nemen, om zich in te voegen in een gemeenschappelijk aanvoelen van betekenissen, met collectieve rituelen.

nog een andere weerstand is de nieuwe opvatting over 'geluk'

Wie is de mens? En wanneer is die mens gelukkig, ten diepste gelukkig? Het zijn de cruciale vragen waar deze site mee begint. Vandaag wordt geluk gedacht als zelf te produceren (eenzaam) genot of succes in het creëren van een stralend zelf, stralend uiteraard in de ogen van anderen. De zekerheid van het erkend worden, van het als schitterend weerspiegeld te worden in de ogen van anderen, dát pas is geluk kennen. Hoe verschillend is dit van de idee dat geluk wordt gevonden, binnen een waardencontext die wij niet zelf bepaald hebben. 


Deze drie geselecteerde weerstanden (uit vele anderen) maken het dansen rond betekenissen vandaag moeilijk: de wetenschap is een totaal andere manier om te kijken naar het leven; ons individualisme snijdt ons af van wat andere mensen, vroeger en nu, aan wonderen, aan betekenissen die fascineren en het leven zin geven, ervaren hebben (de traditie) en een nieuwe invulling van geluk, dat nu maakbaar is, oriënteert de mens verkeerd. 


Deze hindernissen uit de rijke analyse van filosoof Herman De Dijn maken zoals gezegd het omgaan met betekenis moeilijk, maar niet onmogelijk. Mensen kunnen immers niet leven zonder mythe-en-rite, zonder een onderling verband tussen de betekenissen en zonder manieren om ritueel met het wonder om te gaan. En zo zoekt ieder mens en vindt ieder mens, met soms wat, oneerbiedig genoemd, bricolage. Bricolage, het zelf samenbrengen van losse ideeën van her en der: de wijze filosoof waarschuwt ons ervoor en doet ons een (verleidings)voorstel.

In boeken en films kom je mensen tegen die alleen of gezamenlijk op zoek zijn naar iets waardevols dat verloren is gegaan, de queeste. (Ik denk spontaan Indiana Jones en aan Monty Python and the Holy Grail.) Ze komen dan na lang zoeken, met vallen en opstaan, terecht bij een oudere die het waardevolle jarenlang heeft bewaard en gekoesterd. 


Na zijn boek ‘Rituelen’ van 2018 heeft filosoof Herman De Dijn in 2023 een vervolg-boek geschreven: ‘Het Rooms-katholicisme. Een ongeloofelijke godsdienst.’ Hier herken je het zoeken van de hedendaagse mens, de queeste, en het jarenlang bewaren en koesteren van iets waardevols door een wijze:  


“De pretentie is geenszins dat een filosofisch-antropologische analyse van de mens als ritueel wezen en de kritiek op het post- of laatmodernisme in staat zouden zijn om individuen terug tot het geloof te brengen. Mijn filosofische verhelderingen en kritiek willen vooral de vraag stimuleren waar het in het menselijk leven en ook in de godsdienst echt om gaat. Dit boek wil lezers ertoe brengen – ook en vooral wanneer ze zelf niet religieus zijn en dat ook niet willen zijn – godsdienst niet langer weg te zetten als iets achterhaald of zelfs verwerpelijk. Het wil godsdienst, en speciaal de katholieke godsdienst, laten zien als iets dat hij zonder twijfel is: een uitermate fascinerend voortbrengsel van de menselijke geest, ook al is hij volgens en voor gelovigen tegelijk te danken aan een goddelijke openbaring. Verder kan dit boek wellicht beter doen beseffen wat in het religieuze ritueel, meer bepaald het katholieke, eigenlijk gebeurt. En aldus enkelingen eventueel zelfs verleiden om het daar aanwezige geheim – een geheim dat helemaal niet mysterieus is, maar iets wonderlijks – in concreto te leren kennen.  Ik zie dit boek zelf als een tribuut aan de ‘ongelooflijke’ godsdienst waarin ik mocht opgroeien én oud worden.”


Filosoof Herman De Dijn schrijft op zijn tachtigste over de godsdienst waarin hij mocht opgroeien en oud worden, over iets dat in onze streken dreigt verloren te gaan. Sluit hier aan bij onze queeste.

angelus-berichten

Paradoxen

In zijn boek ‘Rituelen’ vraagt filosoof Herman De Dijn in verband met de huidige invulling van spiritualiteit of paradoxen niet te evolueren naar contradicties.